Inlog cursisten

Beter goed geleend dan slecht verzonnen

Door de eeuwen heen kwamen de inwoners van de Lage Landen vaak in contact met mensen uit andere culturen met andere talen. Deze ontmoetingen hebben veel invloed gehad op de Nederlandse taal. Geregeld werden anderstalige woorden geleend om onze taal te verrijken. We ontleenden niet alleen woorden aan het Engels, maar ook aan het Latijn, Frans, Duits, Arabisch en vele andere talen. Tegenwoordig wordt de aanwezigheid van leenwoorden gezien als verloedering van het Nederlands, maar niemand kan vertellen hoe het Nederlands eruit had gezien zonder al deze leenwoorden.

Waarom lenen?

Taal is niet alleen een middel om een boodschap over te brengen. Taal is ook een uiting van identiteit en macht. Zo was het Latijn vroeger de taal van de wetenschap. Mensen die Latijn spraken stonden hoog in aanzien. Het gebruik van Latijnse woorden gaf prestige. Men koos bijvoorbeeld voor een Latijns woord als dit ‘mooier’ was of als er geen Nederlands equivalent was. Om die redenen zijn er ook woorden aan andere talen zoals het Frans of Grieks ontleend.

Het woord ‘equivalent’ is aan het Frans ontleend, maar vindt zijn oorsprong in het Latijnse woord ‘aequivalens’. Het Nederlands bevat ontzettend veel Latijnse woorden. Bijvoorbeeld: ‘cursus’ betekent in het Latijn ‘loop’ of ‘reis’, en het woord ‘balans’ komt van ‘bi lanx’ wat ‘twee schalen’ betekent, ofwel ‘weegschaal’. Uit het Grieks komt onder andere het woord ‘dialoog’ van het Griekse ‘dialogos’ wat ‘gesprek’ betekent.

Voorbeelden uit het Arabisch

Wellicht voor veel lezers een verrassing: het Nederlands kent ook leenwoorden uit het Arabisch. Vooral wetenschappelijke termen en sterrennamen zijn ontleend aan deze taal. Toch valt ook op dat Arabische leenwoorden vaak van maritieme oorsprong zijn en door scheepvaart zijn aangespoeld in Nederland. Het woord ‘magazijn’ komt van het Arabische woord ‘makhazin’ wat ‘pakhuizen’ betekent. Onze favoriete kleur ‘oranje’ heeft een lange weg afgelegd via het Frans en het Spaans, maar stamt af van het Arabische woord ‘naranj’ wat via het Perzisch eigenlijk uit het Sanskrit komt. Sommige Arabische leenwoorden zijn gemakkelijk te ontdekken. Het Arabisch gebruikt het lidwoord ‘al’ wat vaak in leenwoorden is opgenomen. Kijk maar eens naar het woord ‘alcohol’ (‘al-kuḥl’; ‘fijn poeder van antimoon om wimpers mee te bestrijken’) en ‘alchemie’ (‘al-kimiya’; ‘scheikunde’). 

Uitwisseling

Zoals al bleek uit bovenstaande voorbeelden wordt er volop ontleend, waardoor de oorsprong van een woord vaak moeilijk te achterhalen is. Nog interessanter is misschien wel de uitwisseling van leenwoorden. Zo hebben de Fransen ons woord ‘bolwerk’ geleend: ‘boulevard’. U ziet, wij hebben dit Franse woord weer gebruikt om onze woordenschat uit te breiden. Dit gebeurde ook bij het woord ‘mannequin’ wat Nederlanders ontleenden aan het Frans. De Fransen hebben dit woord echter eerst ontleend aan het Nederlandse/Vlaamse woord ‘manneken’. Dergelijke uitwisselingen zien we ook tussen Engels en Nederlands, zoals het Engelse woord ‘skate’ dat afstamt van het Nederlandse ‘schaats’.

Verloedering of verrijking?

Waarom gebruiken we andere talen als het Nederlands een rijke woordenschat kent? Veel mensen vinden het gebruik van leenwoorden verloedering van de Nederlandse taal. De discussie is opgelaaid door de toename van Engelse leenwoorden als ‘website’, ‘baby’, ‘feedback’ en ‘computer’. De Bond tegen Leenwoorden zet zich al jaren in voor het gebruik van zuiver Nederlands en het terugdringen van leenwoorden. Zij stellen voor de bovenstaande Engelse leenwoorden te vervangen door respectievelijk ‘webstek’, ‘zuigeling’, ‘terugkoppeling’ en ‘rekenaar’. Er zijn natuurlijk ook argumenten voor het gebruik van leenwoorden. Deze woorden zouden de taal verrijken door een spoor van (vroegere) internationale contacten achter te laten. Een stukje geschiedenis ligt in onze taal verborgen.

Test

Kijk eens goed naar de volgende woorden. Uit welke taal komen de woorden?

(a) Latijn – (b) Grieks – (c) Duits – (d) Engels – (e) Frans – (f) Arabisch – (g) Turks – (h) Japans – (i) Chinees

1. emotie
2. algebra
3. yoghurt
4. theorie
5. karaoke
6. elite
7. snorkel
8. thee
9. modem

Antwoorden: 1-a; 2-f; 3-g; 4-b; 5-h; 6-e; 7-c; 8-i; 9-d


My LPOnline