Inlog cursisten

Duitse uitspraak: zó maak je indruk op je Duitse zakenpartner

Dat Nederlands en Duits verwante talen zijn, is voor de Nederlandstalige cursisten die Duits leren een groot voordeel – maar zoals we weten, ieder voordeel heeft z’n … juist. Al gauw komen cursisten erachter dat er nogal wat moeilijkheden zijn, met de bijbehorende valkuilen, juist omdat de talen op elkaar lijken.

Struikelblokken zijn vaak de grammatica en de zogenaamde valse vrienden (Ich soll bellen = ik moet blaffen).  Maar dan is er nog een gebied van de taal dat algemeen onderschat en in zakelijke trainingen en cursussen vaak stiefmoederlijk behandeld wordt: de uitspraak.

De reden waarom in trainingen weinig aandacht aan de uitspraak wordt besteed, is simpel: de Duitse uitspraak van de Nederlanders is maar heel zelden echt slecht. “Echt slecht” betekent in deze context dat het voor de gesprekspartner moeilijk wordt, de spreker te verstaan. Meestal zijn de Nederlandse sprekers prima te verstaan en dan is de vraag of men – dure – lestijd aan de verbetering van de uitspraak moet besteden. In de trainingen worden doorgaans de urgentere problemen behandeld: woordenschat en grammatica.

Waarom de uitspraak meer aandacht verdient

En toch pleit ik om twee redenen voor meer aandacht voor de uitspraak in de trainingen. Allereerst: ook al begrijpt je gesprekspartner wat je zegt, het kost hem bij een slechtere uitspraak meer moeite. Hij moet zich concentreren op het begrijpen van de uitspraak in plaats van dat hij zijn aandacht op de inhoud kan richten.

Het tweede, misschien nog belangrijker argument is de indruk die je maakt. Het is niet eerlijk maar helaas een feit – we oordelen (onbewust) over onze gesprekspartners mede op grond van hun uitspraak. (Hand auf’s Herz: dit verschijnsel is in Nederland met betrekking tot de Zuiderburen niet geheel onbekend, toch?)

Ook al heb je de grammatica enigszins onder de knie, je hebt de valse vrienden leren onderscheiden van de echte – en steeds vinden de Duitsers je maar niedlich, zodra je je mond opent. Een groot voordeel op de dansvloer in een Duitse discotheek maar minder wenselijk in een vergadering met potentiële klanten. En waar ligt het nu eigenlijk aan? Juist: aan de uitspraak.

3 knelpunten in de uitspraak van het Duits

Uitspraak en dus ook uitspraakfouten zijn bij iedere spreker van verschillende factoren afhankelijk, maar er zijn drie knelpunten die met de Nederlandse taal samenhangen:

  1. de articulatie (vooral van de sis-klanken)
  2. de klemtoon van de woorden
  3. en het onderscheid tussen de Ich-Laut en de Ach-Laut

Articulatie

De Nederlandse uitspraak van het Duits is over het algemeen slap. Waar Duitsers voorin en duidelijk articuleren, mompelen Nederlanders binnensmonds. Vooral de medeklinkers zijn niet scherp en actief genoeg. De sis-klanken zijn meestal een ramp: de vier verschillende medeklinkers in b.v. Zusammenfassung schreiben klinken bij veel Nederlanders bijna hetzelfde en lijken behoorlijk op slissen … Het vergt wel wat extra aandacht en oefening maar erg moeilijk is dit probleem niet om op te lossen. Immers bestaan deze klanken ook in het Nederlands, alleen moeten ze in het Duits veel actiever worden uitgesproken.

De klemtoon

De klemtoonproblemen zijn ook niet zo moeilijk te verhelpen als men maar de basisregel voor het oog houdt. Duitse woorden worden, op een aantal makkelijk te leren uitzonderingen na, op de eerste lettergreep beklemtoond: Freundin dus en niet Freundin, zoals menig Nederlander het graag zou willen zien. (Er is helaas geen regel voor de klemtoon van vreemde woorden.)

De Ich-Laut en de Ach-Laut

En tot slot: na de klinkers a, o, u en de tweeklank au wordt een Ach-Laut gesproken: het lijkt op een Nederlandse “harde g”: Ach, doch, Fluch, Rauch … Na alle andere klinkers en de medeklinkers – in woorden zoals nicht, leicht, höchst enz. – spreken we echter een Ich-Laut, wat wederom op een “zachte g” lijkt. Veel Nederlanders maken tussen deze twee klanken geen verschil en spreken beide afhankelijk van waar ze vandaan komen of hard of zacht uit.

Zoals ik het al zei: dit zijn geen onoverkomelijke moeilijkheden. Met wat aandacht, oefening en consequente correctie door de docent verwerven de cursisten snel een betere uitspraak waardoor ze makkelijker te verstaan zijn en ook sneller serieus worden genomen.

Sará Gutvill
Sara is van oorsprong Hongaarse en studeerde Duitse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Wenen. Sara heeft ruime ervaring in het geven van zakelijke taaltrainingen Duits aan cursisten uit zeer uiteenlopende sectoren: financieel, energie, accountancy, juridisch, bouw en de overheid.

My LPOnline