De taal die men in een klaslokaal leert kan behoorlijk verschillen van de dagelijkse praktijk. Tijdens een taaltraining wordt uiteraard veel aandacht besteed aan het aanleren en toepassen van de goede grammatica en de juiste woorden. Immers, taal is een communicatiemiddel en door dezelfde taal op de juiste manier te gebruiken ontstaan minder misverstanden. Daarbij hechten zeker Fransen veel waarde aan correct taalgebruik, zonder al te veel anglicismen, en kunnen zij zich tot echt puristen ontpoppen. Toch nemen ook Fransen met hun taal vrijheden die bijdragen aan het beeld dat Fransen zo snel praten en moeilijk te verstaan zijn. Waarom is het dat Fransen zo snel praten?
Woorden weglaten in het Frans
Een goed voorbeeld hiervan is de ontkenning. Tijdens een taaltraining Frans wordt al vroeg geleerd dat een ontkenning in het Frans uit twee delen bestaat, te weten ne en pas – of een variant op dat laatste, zoals plus (niet meer), jamais (nooit), plus jamais (nooit meer), pas encore (nog niet.)
Het verrassingseffect zit ‘m dit keer in het weglaten van de ne. Daar waar ne in de schrijftaal altijd aanwezig moet zijn, sneuvelt het vaker wel dan niet in de spreektaal. Je ne vais pas à Paris ce weekend wordt je vais pas à Paris ce weekend. Voor iemand die de taal nog maar net machtig is, zorgt dit ervoor dat de zin onduidelijk overkomt.
Woorden samenvoegen in het Frans
Daar blijft het niet bij. Om het nog verwarrender te maken, worden je en vais samengeperst en klinkt je ne vais pas à Paris uiteindelijk als j’vais pas à Paris. Op dezelfde manier wordt je ne veux pas omgetoverd tot j’veux pas en je ne sais pas tot j’sais pas. Bij dit laatste neigt de j’sais tot een “sjee”-geluid, met als gevolg dat “sjee-pa” nog moeilijker aan de oorspronkelijke je ne sais pas te koppelen is.
In veel gevallen verdwijnt ook nog eens de “e” volledig uit de zin. Je n’ai pas le temps wordt uitgesproken als j’ai pas l’temps, met het klemtoon op het laatste woord, waardoor de zin minder duidelijk te horen en minder verstaanbaar is.
Franse woorden die in elkaar vloeien
Als laatste maken Fransen graag gebruik van de “liaisons”, het verbinden van woorden. Dit gebeurt bijvoorbeeld als een woord dat op een medeklinker eindigt gevolgd wordt door een woord dat met een klinker begint. Dan worden zij als één woord uitgesproken. Les actionnaires – de aandeelhouders – wordt lé-z-actionnaires. In dit geval vloeien lidwoord en zelfstandig naamwoord in elkaar.
Ook ils ont – zij hebben – en ils sont – zij zijn – vragen om enige handigheid. Voor Nederlandstaligen is het verschil niet altijd goed te horen, omdat Franstaligen ils en ont / sont aan elkaar plakken, en lijken il-zon en il-son erg op elkaar. De regels hierover zijn niet altijd even duidelijk. Sommige “liaisons” zijn verplicht, anderen zijn toegestaan.
Een stroom van woorden
Met het oog hierop is het niet verrassend dat de gesproken Franse taal soms een oneindige stroom van woorden lijkt die moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Tijdens een taaltraining Frans wordt hier aandacht aan besteed en wordt ermee geoefend, zowel met het herkennen als met het gebruiken ervan.
Om dit proces te ondersteunen kan het nuttig zijn om Frans gesproken series, films en documentaires met Franse ondertitelingen te kijken. Het effect is tweedelig. Ten eerste krijgt het gehoor een visuele hulpmiddel. De uitgesproken woorden kunnen gelezen en van elkaar onderscheiden worden. Ten tweede went men aan de “liaisons” en de Franse uitspraak, zelfs zonder de woorden altijd goed te begrijpen.