Inlog cursisten

Liever actief dan passief | Schrijftip

Het is een van de bekendste schrijfadviezen: gebruik liever actieve dan passieve zinnen. Maar waarom eigenlijk? En hoe doe je dat dan? In trainingen merk ik vaak dat er veel onduidelijkheden bestaan over dit advies.

Er zijn natuurlijk heel veel manieren om zinnen te formuleren. Twee van die manieren, die elkaars tegenpool zijn, noemen we actief (of ‘bedrijvend’) en passief (of ‘lijdend’). In vrijwel elk taaladviesboek en op elke site staat wel de tip dat je die passieve vorm zo veel mogelijk moet vermijden.

Herkennen

Om dit advies goed te begrijpen, moet je de passieve vorm eerst goed kunnen herkennen. Vergelijk onderstaande zinnen met elkaar:

  1. Mijn secretaresse schrijft al mijn e-mails.
  2. Al mijn e-mails worden door mijn secretaresse geschreven.

Zin 1 is actief: de nadruk ligt hier op de secretaresse.
Zin 2 is passief: de nadruk ligt op de e-mails. Je zou hier de handelende persoon (de secretaresse dus) zelfs helemaal weg kunnen laten:

  • Al mijn e-mails worden geschreven.

Grammaticaal is dit nog steeds correct, maar het is wel een vreemde zin: je hebt geen idee wie die e-mails dan schrijft.

Passief: worden + door-bepaling

Passieve zinnen herken je het makkelijkst aan het gebruik van het werkwoord worden, vaak in combinatie met de constructie door …. Als zo’n door-bepaling niet in de zin staat, kun je die er makkelijk bij denken.

  • De krant wordt bezorgd.
  • De krant wordt bezorgd door een vriendelijke dame.

Passief: zijn + door-bepaling

Let op: de passieve vorm kan ook met het werkwoord zijn worden gevormd. Je gebruikt deze variant als het gaat om een gebeurtenis in het verleden. Deze passieve zinnen zijn vaak wat lastiger herkenbaar, maar ook hier kun je een door-bepaling toevoegen.

  • De rekening is betaald (door mij = passieve zin)
  • Het café is lang open gebleven (hier kun je geen door-bepaling toevoegen = actieve zin)
  • De krant is bezorgd (door een vriendelijke dame = passieve zin)

Herschrijven

Je kunt een passieve zin actief maken door van de door-bepaling het onderwerp te maken:

Passief:
  • De krant is bezorgd door een vriendelijke dame.
Actief:
  • Een vriendelijke dame bezorgt de krant.
  • Een vriendelijke dame heeft de krant bezorgd.

Als in de zin geen handelende persoon staat, zul je moeten bedenken wie of wat je als zodanig kunt invoegen. Daarvoor maak je gebruik van de rest van de tekst en je kennis van de wereld. Soms is het nodig, of mooier, om een ander werkwoord te kiezen.

Passief:
  • Het boek van mijn man wordt in november gepubliceerd.
Actief:
  • Het boek van mijn man verschijnt in november.

Wél gebruiken

Het advies ‘schrijf liever actief dan passief’ betekent niet dat je nooit passieve zinnen mag gebruiken. Je kunt passieve zinnen goed gebruiken als je niet weet wie iets doet (of heeft gedaan), of wanneer dat niet belangrijk is. Soms is het ook tactischer om in het midden te laten wie ergens voor verantwoordelijk is. Maar te veel passieve zinnen in een tekst maken die lastiger te begrijpen, en bovendien erg saai. Schrijf dus inderdaad liever actief.

Aleid van de Vooren
Aleid werkt als trainer NT1 voor Language Partners. Het is haar missie om mensen efficiënter te leren schrijven, zodat ze in minder tijd betere teksten kunnen maken.

My LPOnline