Inlog cursisten

Het hangt ervan af

Vaak loop ik tijdens het schrijven van teksten even vast, als ik niet weet of ik voorzetsels aan elkaar of los moet schrijven. Meestal zoek ik de woorden dan op via Google en vind ik zo de juiste schrijfwijze. Toch geeft dat niet altijd voldoening; ik wil weten hoe het zit.

Schrijf je ‘Het hangt ervanaf’, ‘Het hangt ervan af’, of ‘Het hangt er vanaf’?

Een korte uitleg met vuistregel, zodat u dit (bijna) niet meer fout kunt doen.

1. Wat is het hele werkwoord?

In de voorbeeldzin uit de inleiding zien we de persoonsvorm ‘hangt’ en de woorden ‘van’ en ‘af’. Het hele werkwoord is ‘afhangen’ en daarbij hoort het voorzetsel ‘van’. Het woordje ‘af’ is dus onderdeel van het scheidbaar samengestelde werkwoord; een werkwoord dat bestaat uit meerdere woorden die in een zin soms los van elkaar geschreven worden.

Een ander voorbeeld van een dergelijk werkwoord is ‘aankomen’, in een zin worden de twee delen soms van elkaar gescheiden: ‘Ik kom morgen aan.’ In het voltooid deelwoord komen deze twee woorden weer bij elkaar: ‘Ik ben gisteren in Gent aangekomen.’

2. Wat moet los geschreven worden?

Als het eerste deel van het scheidbare werkwoord in een zin los komt van het tweede deel, dan mag het nooit ergens anders aan vast geschreven worden. Niet aan ‘er’, ‘daar’, en niet aan andere voorzetsels. Daarom schrijven we niet ‘Het hangt er vanaf.’ Het woordje ‘af’ mag niet aan een ander woord worden geschreven.

3. Wat moet dan wel aan elkaar?

Alle andere voorzetsels die in de zin staan mag je zo veel mogelijk aan elkaar schrijven, ook aan woorden als ‘er’ en ‘daar’.  Daarom schrijven we ‘Het hangt ervan af’, ‘Ik geef hem ervanlangs’ en ‘Hij kroop eronderdoor.’ We kennen immers geen werkwoorden als ‘langsgeven’ en ‘onderdoorkruipen’.

4. Schrijf je voorzetsels altijd aan elkaar?

Vaak is een combinatie van voorzetsels slechts een verwijzing naar bijvoorbeeld een locatie. We noemen de locatie niet en dus schrijven we ‘Ze zit achterin’ en ‘Het ligt bovenop.’ Noemen we echter wél de locatie, dan mogen de voorzetsels niet meer aan elkaar: ‘Ze zit achter in de auto’ en ‘Het ligt boven op de kast.’

Zakelijk Nederlands schrijven

Schrijft u veel zakelijke teksten in het Nederlands en twijfelt u vaker over de juiste schrijfwijze van woorden? Wilt u helder, aansprekend en klantgericht leren schrijven?

Kijk dan eens naar een maatwerktraining zakelijk Nederlands: een training op maat, toegespitst op de vaardigheden die u wilt verbeteren.


My LPOnline