Inlog cursisten

Nooit meer een writer’s block!

Het is een gevreesd fenomeen onder schrijvers – of zij nou een roman, gedicht of adviesrapport moeten schrijven: het writer’s block. Minutenlang staren naar een wit scherm. Gelukkig zijn er manieren om deze blokkade tegen te gaan, of zelfs te voorkomen. Een paar tips.

Omdat voorkomen beter is dan genezen, begin ik met wat tips om een blokkade te voorkomen. Dat is namelijk vrij eenvoudig: begin niet met schrijven. Begin met het maken van een schrijfplan. Schrijf puntsgewijs op wat je doel is, wie je publiek is en wat in één zin je belangrijkste boodschap is. Daar schreef ik al eerder over.

Opbouw

Als je een schrijfplan hebt, kun je gaan nadenken over de opbouw van de tekst. Bepaal welke deelonderwerpen je wilt bespreken en in welke volgorde je dat het best kunt doen. Hou daarbij steeds je lezer in gedachten: welke informatie heeft hij of zij nodig? Dat bouwplan kun je uitwerken tot een volledige tekst. Er zijn vast deelonderwerpen die je makkelijker vindt. Het is een goed idee om daarmee te beginnen, en daarna, als je in de flow zit, de moeilijkere te tackelen. En die eerste zin? Die komt wel als je de rest af is.

Herschrijven

Bedenk ook dat niemand, ook niet de meest ervaren schrijver, een tekst helemaal in één keer schrijft. Vaak wordt er in een of meerdere herschrijfrondes nog behoorlijk aan een tekst geschaafd. Doe dat zelf ook. Plan tijd in voor een of twee rondes (of meer, bij grotere of belangrijke stukken). Lees dan je stuk helemaal door, markeer wat je wilt aanpassen, en herschrijf.

Feedback

Als je na een eerste of tweede ronde ‘vast’ zit, kan het helpen om feedback te vragen aan een collega. Het best kun je je tekst met zo concreet mogelijke vragen voorleggen. Wil je vooral feedback op de begrijpelijkheid of juist de structuur? Of twijfel je eigenlijk alleen aan de spelling? Als je een uitsteller bent, werkt het vaak goed om van tevoren af te spreken wanneer je je stuk kunt mailen voor feedback. Je collega kan dan tijd vrijmaken, en jij hebt een deadline waar je niet meer onderuit kan. Ook dat helpt vaak bij het schrijven.

Stopwatch

Als je tijdens het schrijven echt helemaal niet meer weet hoe je verder moet, kun je verschillende dingen doen. Ik geef je twee van mijn favoriete methodes: de stopwatch en de wandeling. Bij de stopwatch stel je een timer in op bijvoorbeeld 5 minuten. Gedurende die 5 minuten moet je blijven typen. Je mag wel even nadenken, maar niet meer dan een paar seconden. Als je dat lastig vindt, kun je elke keer dat je toch moet nadenken ‘WIEBI’ zeggen: ‘Wat ik eigenlijk bedoel is …’ En dan schrijf je verder. Dit levert niet per se een goede tekst op, maar het doorbreekt wel je blokkade. En wie weet zit er toch iets bruikbaars tussen.

Wandeling

De tweede methode is die van de wandeling. Ga naar buiten en maak een wandeling van een half uur. Je hoeft in die tijd niet aan de tekst te denken, maar dat mag wel. Je kunt bijvoorbeeld in gedachten aan iemand uitleggen waar het stuk waarop je vastloopt over gaat (of zou moeten gaan). Maar je kunt ook met een collega over je plannen voor het weekend praten. Na dit half uur kun je meestal weer prima verder. Je kunt de stopwatch en wandeling ook goed met elkaar combineren. Schrijf eerst een stuk met de stopwatch, maak dan een wandeling, en kijk daarna kritisch naar wat je hebt geschreven. Misschien delete je alles weer, maar je blokkade zal weg zijn.

Aleid van de Vooren
Aleid werkt als trainer NT1 voor Language Partners. Het is haar missie om mensen efficiënter te leren schrijven, zodat ze in minder tijd betere teksten kunnen maken.

My LPOnline