Inlog cursisten

Apostrof voor de uitspraak

Vroeger noemde ik hem ook wel een hoge komma: de apostrof. In veel zinnen schrijf je dit leesteken automatisch, maar vooral bij meervoudsvormen moeten we toch letten op de regels. Waarom gebruiken we een apostrof en welke regels moet je hanteren?

Naamval

In veel gevallen gebruiken we de apostrof om aan te geven dat bepaalde letters van het originele woord zijn weggelaten. We moeten het woord daarom ook anders uitspreken. Een voorbeeld is het woord “ ’s ochtends”, dat ooit werd geschreven als “des ochtends”. Het woordje “des” duidt de naamval aan waarin het woord staat. Hoewel we inmiddels nauwelijks meer naamvallen hanteren, is de “s” blijven staan, de uitspraak van dit woord is in feite versteend.

Zonder nadruk

Het lijkt misschien luiheid, maar het weglaten van letters doen we soms om een betere reden: we geven aan dat het woord niet benadrukt moet worden. Kijk maar eens naar het verschil tussen “Hij heeft zijn kamer opgeruimd.” en “Hij heeft z’n kamer opgeruimd.” In de eerste zin weet je niet of je het woordje “zijn” moet benadrukken of niet. Deze kwestie is in de tweede zin opgelost. Dit doen we ook met “ ‘n” in plaats van “een”, en “zo’n” voor “zo een”. Het gebruik van een apostrof in deze gevallen kan informeel overkomen. Gebruik deze vormen dus met mate.

Meervoud

Veel mensen vinden het lastig te bepalen of je bij bepaalde woorden in het meervoud nu wel of geen apostrof moet gebruiken. Wederom is het een kwestie van uitspraak. Als je het woord anders uitspreekt als je er een “s” achter plakt, dan gebruik je een apostrof. Het woord “foto” verandert van uitspraak met een “s” erachter: “fotos”. Om aan te geven dat je de tweede “o” nog steeds lang uitspreekt gebruiken we een apostrof: “foto’s”. Maar hebben we problemen met “cafés”? Nee, het accent geeft al aan dat je de “e” lang moet uitspreken. Ook bij “cadeaus” en “garages” gaat het prima zonder apostrof. Kijk nog eens goed naar de volgende woorden: “menu’s”, “oma’s” en “auto’s”. De apostrof is hier onmisbaar, toch?

Bezit

Om iemands bezit aan te geven plaatsen we een “s” achter de naam. Ook hierbij geldt de regel dat men alleen een apostrof plaatst als dit voor de uitspraak noodzakelijk is: “Anna’s haar” en “Mimi’s verhaal”. Dus schrijven we “Toms auto”, “Sofies huis”, etc. Eindigt de naam op een s-klank? Dan zetten we na de naam alléén een apostrof, zoals bij “Klaas’ boek” en “Maurice’ hond”.

Afkortingen

Sommige afkortingen spreken we uit per letter, in plaats van als woord. Als we hier nog iets achter willen zetten, zoals bij het verkleinen, dan splitsen we de letteruitspraak van de woordelijke uitspraak met een apostrof. Kijk maar naar “cd’s”, “sms’jes”, “pdf’s”, “hbo’er” en “mms’en”.

Uitspraak als leidraad

Kortom, in bijna alle gevallen waarin je een apostrof gebruikt, is hij ter verduidelijking van de uitspraak. Bedenk dus goed voor je een apostrof plaatst of je het woord ook zonder het leesteken kunt uitspreken.

Meer weten over het gebruik van leestekens? Lees ook het verhaal van de puntkomma.


My LPOnline